Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
06 januari 2004

Gulpener groeit tegen de dalende biermarkt in Japan

Halmans profiteerde volop van de drie prijzen die Gulpener vorig jaar won. Hij mocht de Duurzaamheidsprijs van het ministerie van Landbouw in ontvangst nemen, eenzelfde prijs van de provincie Limburg en een eerste prijs in een smaaktest van witbier door een panel van de Consumentenbond. De Limburgse brouwer kreeg hierdoor 'enorm veel response'. Halmans vertelde P+ People Planet Profit: "Ik werd gebeld door de gemeente Cuijk, waar de hele gemeenteraad over Gulpener bier had vergaderd. Er was besloten om bij gelegenheden op het gemeentehuis alleen nog maar Gulpener te schenken. Vanuit Amsterdam werd ik gebeld door uitgever Bas Lubberhuizen, die ook café Welling bij het Concertgebouw uitbaat. Hij had de balen van Heineken. Hij zei dat Gulpener veel meer bij zijn publiek hoorde. Muziekliefhebbers, de culturele en artistieke wereld, intellectuelen. Daar waren we natuurlijk heel erg blij mee." In percentages gemeten is het marktaandeel van Gulpener erg klein. In de horeca is Gulpener goed voor 2 procent, in de thuismarkt 1 procent. Halmans zet zijn omzetverhoging liever af tegen de productiecapaciteit van zijn brouwerij. "In de huidige setting produceren wij 125.000 hectoliter. Dat volume is vorig jaar met zo'n 2 tot 3 procent gestegen, terwijl de horecamarkt met 4 procent is gedaald. Ook voor dit jaar streven wij eenzelfde stijging na. Dat gaat ook wel lukken." Moet hij het daarbij van de Europese voetbalkampioenschappen hebben? "Dat is niet onze markt. Wij doen ook niet mee aan mee die gekte van de prijzenslag in de supermarkt. Ons bier is normaal geprijsd. Mensen kiezen voor ons uit kwaliteitsoverwegingen, niet omdat we stunten. Daar hebben we eenvoudigweg ook niet de middelen voor." Eind januari lanceert Gulpener wel een nieuw merk: Limburg bier, uitsluitend geteeld met 'op eigen Limburgse bodem geteelde ecologische grondstoffen' en gestookt op 'eigen groene Limburgse stroom'. Een bericht van Jan Bom