Philips maakte deze maatregel gisteren bekend tijdens de presentatie van het tweede maatschappelijke jaarverslag (PDF download), dat grotendeels is opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). Belangrijke mijlpalen: het energieverbruik werd met 9 procent teruggedrongen en het gebruik van water met 15 procent. Trots meldde scheidend duurzaamheidsmanager Arthur van der Poel dat de inspanningen Philips bovenaan de Dow Jones Sustainability Index (DJSI) van de Europese electronica-industrie had gebracht. Dit is niet onbelangrijk voor een beursgenoteerde onderneming en steeds meer institutionele beleggers die inzien dat duurzame ondernemingen minder risicovol zijn en minstens zo winstgevend. Zijn opvolger Barbara Kux gaat de volgende fase begeleiden, waarin het concern meer naar buiten wil treden met oplossingen voor maatschappelijke problemen, onder meer in ontwikkelingslanden. De 50-jarige Zwitserse, en hoogste Philips-vrouw, is nu verantwoordelijk voor het inkoopbeleid, goed voor tweederde van de omzet van het electronicaconcern -19,2 miljard euro. Inmiddels is alle Philips-medewerkers om ideeën gevraagd. Dit jaar startten ook gesprekken met maatschappelijke organisaties, om tot een inventarisatie te komen. De meest spectaculaire uiting tot nog toe is een bus die is volgestouwd met medische instrumenten en medicijnen en rondrijdt in gebieden in Argentinië zonder enige vorm van gezondheidszorg. Van der Poel: "Onze kracht zit 'm vooral in technologische oplossingen; de People-kant is niet de sterkste van Philips." Het duurzaamheidsbeleid van Philips komt in Nederland aan de oppervlakte in reguliere consumentenproducten, die lichter zijn, minder energie verbruiken of minder schadelijke stoffen bevatten.