Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Betonakkoord Van der Heijden Van Veldhoven
Betonakkoord Van der Heijden Van Veldhoven
15 juli 2018

Betonakkoord gaat Klimaatakkoord voor

Letterlijk uren voordat het kabinet het ‘Voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord’ ontving, verwelkomde staatssecretaris Stientje van Veldhoven het ‘Betonakkoord’. Met Maria van der Heijden van MVO Nederland als gastvrouw van de besprekingen, ondertekenden zo’n 50 van de grootste betonverwerkers in Nederland de doelstelling om elk jaar weer een lager percentage CO2-uitstoot  te realiseren tot minimaal 30 procent ten opzichte van 1990.

Door samenwerking en transparantie in de keten streeft het Betonakkoord naar het laten groeien van de vraag naar 'groen beton' door duurzaamheidscriteria op te nemen in aanbestedingen, 100% hoogwaardig hergebruik van betonafval in 2030 en in dat jaar ook een vermindering van minstens 30% CO2‐uitstoot ten opzichte van 1990. Dat is het minimum, de intentie voor CO2-reductie volgt het regeerakkoord: -49% in 2030. Dat levert een forse milieuwinst op, want elk jaar komt er in Nederland 15 miljoen m3 nieuw beton bij.

Onder leiding van oud-minister Jacqueline Cramer start de keten met invoering van de maatregelen en monitoring van de voortgang. Na de ondertekening op 10 juli kunnen ook andere geïnteresseerde partijen zich aansluiten bij het Betonakkoord.

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven ondertekende het Betonakkoord als bewindspersoon namens haar ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarnaast doen nog drie andere ministeries mee: Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 

Van Veldhoven, voor de ondertekening: "De tijd van maken, gebruiken en vervolgens weggooien is voorbij. Nederland werkt aan een economie zonder afval, en dat geldt net zo goed voor beton. Een eindige aarde kent nu eenmaal geen oneindige hoeveelheid grondstoffen. Dus we kunnen of op zoek naar een tweede of zelfs derde planeet, óf werk maken van een circulaire economie en ook in ons beton gaan werken met gerecyclede grondstoffen. En dat is precies wat het Betonakkoord doet. Dubbel nodig, want hergebruik van grondstoffen is onmisbaar bij het halen van de klimaatdoelen van Parijs."

Overige ondertekenaars zijn onder andere ProRail en Rijkswaterstaat als opdrachtgevers, Strukton, BAM en VolkerWessels als bouwondernemingen en Cementbouw en VBI als producenten. 

De betonsector loopt nu in detail van uitwerking voor op de partijen die aan tafel zaten voor het Klimaatakkoord. De besprekingen duurden dan ook al lang, langer dan verwacht. CO2-Uitstoot besparen kost geld en dat was dan ook een issue tijdens de besprekingen. Ook wilden de onderhandelaars wachten op een nieuw kabinet, ook omdat de ambtenaren duidelijke politieke richtlijnen nodig hadden. "Twee jaar geleden liep de Green Deal Verduurzaming Betonketen af, waarin eerste stappen zijn gezet," zegt Jeannette Baljeu, voorzitter van het Betonakkoord. "Maar de keten vond dat er méér resultaat te behalen was en nam het initiatief voor verdergaande, concrete afspraken. Die leggen we nu vast in dit akkoord."

De besprekingen begonnen dus al onder aanvoering van Willem Lageweg die toen nog directeur van MVO Nederland was. Maria van der Heijden nam de missie van hem over. "Met dit akkoord neemt de keten zijn verantwoordelijkheid," zegt ze. "Zo bouwen we aan een duurzamere leefomgeving én een duurzame groei van de sector. Zulke grote stappen kunnen alleen in een nationaal ketenakkoord als dit, waarin publieke en private partijen elkaar stimuleren en uitdagen om dingen beter te doen, slimmer te werken en samen te groeien."

De uitkomsten van de verschillende Klimaattafels verschillen nogal. Als PDF hier een overzicht van de stand van zaken, zoals deze werd aangeboden aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Het Klimaatakkoord is een Nederlandse uitwerking van de klimaatafspraken in Parijs, met als doel de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan twee graden Celsius.

De productie van hernieuwbare energie moet vervijfvoudigen. Het meeste op zee, maar voor een deel met zon en wind op land. De ambitie is dat omwonenden kunnen meeprofiteren. Energieopslag en andere maatregelen zorgen dat er ook voldoende stroom is als er weinig zon en wind is. Om het over zeven jaar zonder subsidie te kunnen, moeten de kosten van energie uit zon en wind flink omlaag.

Woningen en gebouwen worden wijk voor wijk verduurzaamd. Dat kan bijvoorbeeld met warmtenetten, helemaal elektrisch, met warmtepompen of met duurzaam gas. Dit wordt lokaal maatwerk. De gemeentes maken daar plannen voor en doen dit in overleg met bewoners. Met een verschuiving in de energiebelasting wordt het gebruik van aardgas ontmoedigd en het gebruik van schone stroom aangemoedigd. Met een nieuw soort lening, de gebouwgebonden financiering, wordt het voor huizenbezitters eenvoudiger om ook maatregelen te nemen. Isoleren moet zo’n 25 procent goedkoper worden.

De woningbouwverenigingen krijgen een rol als startmotor. Zij bezitten veel huizen waardoor de verduurzaming grootschalig kan. Dan dalen de kosten en wordt het ook aantrekkelijk voor mensen met een koopwoning. 

De industrie zet in op efficiëntere processen en efficiënt gebruik van warmte. Ook vervangt schone stroom op termijn fossiele brandstof als energiebron. Daarnaast worden grondstoffen hergebruikt of vervangen door duurzame grondstoffen. Zo wordt de industrie toekomstbestendig. Deze omschakeling kost tijd en geld. Ondergrondse opslag van CO2 is nodig om in 2030 genoeg CO2 uit de lucht te houden. Dat is meteen een opstap om later CO2 als grondstof te kunnen hergebruiken. De industrie investeert zelf in de ombouw, maar heeft ook een bijdrage van de overheid nodig. Daarmee kan de omschakeling op gang komen zonder dat de fabrieken zich internationaal uit de markt prijzen. 

Landbouw. Met slimmer voer, betere stallen voor koeien en een warme sanering van de varkensstapel kan broeikasgas vermeden worden. De tuinbouwkassen kunnen van het aardgas af door met aardwarmte te werken en CO2 van de industrie te gebruiken om planten te laten groeien. De uitstoot van broeikasgassen vermindert ook door meer bomen te laten groeien, het land anders te bewerken en een deel van de veenweides natter te maken dan nu. Landbouwmachines schakelen over duurzame energie. Tot slot helpt een halvering van de voedselverspilling en een verschuiving naar minder vleesconsumptie ook CO2 te reduceren.

Mobiliteit wordt schoner, vooral door een omslag naar elektrisch vervoer. Voor lichter vervoer en bussen is het technisch al mogelijk. Voor zwaar vrachtvervoer zijn nog innovaties nodig. Biobrandstof kan een tijdelijke oplossing zijn op de weg naar groene waterstof als brandstof.  Reductie kan ook door de bestaande transportcapaciteit beter te benutten. De manier waarop we reizen kan ook CO2 reductie opleveren bijvoorbeeld met spitsmijden, thuiswerken, combinaties van auto, ov en fiets en zuiniger rijden.

 

Downloads

Meer info download je hier:

Voorstel Klimaatakoord op hoofdlijnen (1260 kb)