Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Groene Breinbreker
Groene Breinbreker
04 december 2016

Bescherming patiënt veroorzaakt doden

Er zijn door moderne biotechnologie eindelijk medicijnen beschikbaar voor onrendabele ziektes, zoals die in de tropen voorkomen, of  ziektes van hier die zeldzaam zijn. Het kan mensenlevens redden als de wet- en regelgeving flexibel mee zou bewegen met de makers van geneesmiddelen, betoogt hoogleraar dr. Ellen Moors.

Groene Breinbreker: Waarom houdt de wetgever nieuwe medicijnen op die levens kunnen redden?

Namens het Groene Brein: Ellen Moors (1968) is hoogleraar duurzame innovatie met bijzondere aandacht voor voeding, gezondheid en veroudering. Haar onderzoek, onder andere aan de Universiteit van Utrecht, richt zich op slimme regulering en de ontwikkeling en implementatie van farmaceutische innovaties, die de laatste tijd vooral uit de hoek van de ‘biologics’ en: gen-technologie komen.

Er zijn op deze wereld tal van zeldzame ziektes waar geen medicijnen voor worden gemaakt. Het is niet dat het in technische zin onmogelijk is. De kosten van ontwikkeling en de kosten van regulering zijn echter zo hoog, dat de farmaceutische industrie er verlies op zou draaien. Het aantal patiënten is wereldwijd te klein. Hetzelfde geldt voor plotselinge epidemieën in de tropen, zoals ebola. Voor dit virus was om dezelfde reden niet direct een vaccin voor handen. Wie ontwikkelt voor vele miljoenen euro’s een virusbestrijder die misschien nooit gebruikt zal worden?

Het is om deze reden dat dr. Moors met grote belangstelling de ontwikkelingen volgt in de gen-therapie, die het mogelijk maakt een ziekmaker in de DNA-string te vervangen. Zelfs erfelijke ziektes kunnen hiermee bestreden worden. En de ontwikkelingskosten zijn bovendien minder hoog dan die van traditionele  medicijnen. Toch stokt de toepassing. Het is de wet- en regelgeving die hiervoor zorgt. Dat is raar, want een overheid waakt namens ons allen over onze volksgezondheid.

Ze noemt haar onderzoeksveld een niche, maar het is wel een hele interessante. “Ik richt me heel erg op institutionele regels en de dynamiek daarvan. Ik volg innovaties in de medicijnontwikkeling. Er wordt gedacht dat dit lineair verloopt: er wordt iets uitgevonden, getest, goedgekeurd en vervolgens verkocht. Maar ik zie dat je als eindgebruiker ook invloed op dat proces kunt hebben, het is meer circulair dan je zou verwachten. Je kunt als gebruiker meesturen op het eindresultaat. Ik zie dat artsencollectieven maar ook wel verenigingen van apothekers daar actief in zijn. Maar ook de overheid is een belangrijke speler. En die wordt door de ontwikkelaars gevreesd. Want stel: je bent bezig met het ontwikkelen van functioneel voedsel en je werkt aan een ontzettend gezond botertje. Als dat niet wordt goedgekeurd, heb je zes jaar voor niets geïnvesteerd."

Moors: "Er wordt op het gebied van gezondheid en voedselveiligheid strenger gereguleerd dan op het gebied van autoveiligheid of koolstofdioxide uitstoot.”

Dat is soms problematisch, vindt Moors, nu de geneesmiddelontwikkelingfarmacie een revolutionaire ontwikkeling doormaakt. De regelgever moet eerder in het proces van ontwikkeling betrokken worden, zodat er niet ineens na 7 of 8 jaar ontwikkeling aan de rem wordt getrokken bij een veelbelovende immuuntherapie tegen kanker, bijvoorbeeld. “Ik wil niet zeggen dat de commissies passief afwachten, maar ik wil die wetgever eerder in het proces zien. Het zou mooi zijn als het flexibeler en transparanter gaat. Maar dat vergt wel een cultuuromslag, het doorbreken van de macht van de gewoonte.”

Om welke technologie gaat het dan precies, die nu om zoveel haast vraagt? Moors: “Het mooiste voorbeeld is gene-editing, genen modificeren. Je knipt en plakt dan in het DNA . Je kunt stukjes met genoom razendsnel cellen vervangen die niet goed werken, of een gendefect repareren die kan leiden tot een ziekte. Je kunt dat  stukje verkeerd gen definitief uitschakelen. Dat kan nu al snel en het kan goedkoop."

Concurrentie speelt ook in dit nieuwe veld een rol. Moors: "De Chinezen hebben er al over gepubliceerd. Zij lopen wat dit betreft voorop. Ze lopen minder tegen ethische dilemma’s op, die wij in Westen wel oproepen, ook al willen we onze kinderen niet aan erfelijke ziektes blootstellen. Wij hebben hier de regelgever, de ethische commissies, de politiek. Iedereen moet stelling nemen. Ook in een situatie waarin we nu zitten, waarbij ik denk: Wow! Dit is een revolutie! Snelle en betaalbare genome  editing is mogelijk een nieuwe revolutie in de humane biologie en toekomstige geneesmiddelontwikkeling. We kunnen eindelijk voor ons erfelijk materiaal medicijnen gaan maken!”

En dat is dus de Groene Breinbreker in de volksgezondheid van dit moment. De techniek om ziekten te genezen loopt sneller dan de regelgeving. De wal keert zo het schip. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid dreigen mensen nu onnodig ziek te zijn of zelfs te sterven.

Moors roept op niet bang te zijn: “Daarom is het ook in de gezondheidszorg tijd voor circulair denken, met een flexibele regelgeving die signaleert, meekijkt, misschien vervroegd toelaat en daarna de resultaten extra goed in de gaten houdt, die resultaten als leermoment meeneemt.”

Dit is aflevering 43 van de serie Groene Breinbrekers. Elke week wordt op de website van P+ een praktijkvraag gesteld aan een van de ruim 100 wetenschappers die aan het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden met het Groene Brein. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl

Een cadeautip: bestel de bundeling van de meest gelezen Groene Breinbrekers. Grote issues die nu spelen in het duurzaamheidsveld bezien vanuit de wetenschap. In prachtige uitvoering met fantasievolle illustraties.