Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Anne Manschot
Anne Manschot
15 januari 2019

Waarom social audits geen verbetering brengen

Werknemers in verre productielanden hebben geen baat bij sociale audits. Toch zijn deze controles bedoeld om na te gaan of de werkomstandigheden in fabrieken in orde zijn. Volgens Anne Manschot moeten westerse opdrachtgevers een realistisch doel formuleren, zodat er samen met de toeleveranciers en hun werknemers gewerkt kan worden aan veilige werkplekken. Dat is pas impact. Manschot studeerde Cum laude af aan de CSR-opleiding van de Erasmus Universiteit. Voor P+ vatte ze de conclusies samen van haar onderzoek naar het falen van social audits. Ze is supply chain expert.

Niet elk land heeft wetgeving die de rechten van werknemers beschermt. En als de wetgeving er wel is, wordt deze niet altijd even goed geïmplementeerd of gecontroleerd. In een poging om de werkomstandigheden voor werknemers in ketens te verbeteren vragen veel westerse merken om een auditrapport van een ‘social audit’ - een controle die niet over de financiële prestaties gaat, maar over de rechten, de veiligheid en het welzijn van de werknemers. Deze audits worden gebaseerd op een social compliance standaard, een lijst van criteria waaraan de leverancier moet voldoen. Bekende standaarden zijn BSCI, SA8000 en Fair Trade, maar er zijn inmiddels meer dan 170 standaarden waaruit ondernemingen kunnen kiezen.

De gedachte hierachter is: het controleren van een leverancier volgens vastgestelde criteria komt de werkomstandigheden van werknemers ten goede. Door een controle wordt de werkgever gewezen op zijn verplichtingen.

Social audits hebben een steeds belangrijkere rol gekregen in het duurzaamheidsbeleid van het (Nederlandse) bedrijfsleven. Het wordt als manier gezien om risico’s op misstanden in de keten te managen. En mochten er ondanks de audits toch misstanden aan het licht komen, dan was wellicht de auditor niet zorgvuldig genoeg. Of de gekozen standaard niet strikt genoeg geformuleerd. Misschien leidde de leverancier de boel zelfs wel bewust om de tuin. De audit zelf wordt door veruit de meeste bedrijven nog steeds als adequaat middel gezien om werknemersrechten in de keten positief te beïnvloeden.

Maar is dat wel zo? Voor mijn paper ‘Can a picture say more than a thousand words? Examining the effectiveness of social compliance auditing’ heb ik onderzocht of je door middel van een audit de werkomstandigheden in de keten wel kúnt verbeteren. En wat blijkt: een audit is niet het juiste instrument om sociale misstanden in ketens mee aan te kaarten. Het is alsof je met een soeplepel probeert winterwortels door te snijden. 

Er zijn uiteraard meerdere, complexe redenen waarom de lepel van de social audit geen wortel snijdt. Om er een paar te noemen:

+ Het inkoopbeleid van de klant heeft grote invloed op de bedrijfsvoering en werknemersrechten bij de leverancier. Dat inkoopbeleid wordt tijdens een social audit in veruit de meeste gevallen niet meegenomen. De focus ligt namelijk op de bedrijfsvoering van de leverancier, niet die van zijn klant. Volgens onderzoek van de ILO blijkt dat inkopers in meer dan 75 procent van de gevallen niet bereid zijn meer te betalen voor een product als daarmee het minimumloon van de werknemers gegarandeerd kan worden. Tijdens een audit wordt daarentegen wel gecontroleerd of leveranciers hun werknemers het minimumloon uitbetalen. Die twee dingen zijn niet te rijmen. 

+ Er is geen sprake van een gelijkwaardige (vertrouwens)relatie tussen leverancier en klant. Leveranciers moeten voldoen aan strikte eisen van de klant om een product te ‘mogen’ leveren, en krijgen erg weinig onderhandelingsruimte over zaken als deadlines en prijzen. Dat is nog tot daaraantoe, ware het niet dat de klant zelf zich vaak niet aan deadlines houdt die contractueel zijn afgesproken. Andersom wordt dat wel van de leverancier verwacht. Zo komt het in de modewereld regelmatig voor dat de klant een ontwerptekening later dan afgesproken aanlevert, terwijl de oorspronkelijke deadline voor de leverancier niet opschuift naar een later tijdstip. Op de werkvloer leidt dit tot onverantwoord overwerk en onderhandse contracten met andere, niet door auditors gecontroleerde onderaannemers.

+ Een gestandaardiseerd proces zorgt niet voor vooruitgang. Door in elk land, in elke industrie en in elke context dezelfde vragen te stellen, geeft een audit zeer beperkt ruimte voor context-specifieke oplossingen. Daarbij komt dat leveranciers die het bijzonder goed, duurzaam of inclusief aanpakken er niet uit springen, maar ‘gewoon’ voldoen aan de eisen. Audits dragen er daarom niet bij leveranciers uit te dagen (en te belonen) om hun bedrijfsvoering beter aan te pakken dan anderen. Audits zorgen dus eerder voor een ‘race to the bottom’dan voor een ‘race to the top’.

De auditors zelf hebben het erg zwaar, hoe bekwaam of betrouwbaar ze ook zijn. De meeste auditors zijn freelancers zonder vast contract en worden per audit betaald. Het schrijven van het rapport, en met name het opsommen van problemen of verbeterpunten tijdens de audit kosten tijd. Om een eigen inkomen veilig te stellen probeert een auditor zo min mogelijk tijd kwijt te zijn aan deze ‘extra’ taken en zo veel mogelijk audits in een week te plannen. Het is geen droombaan: auditors maken lange dagen, inclusief reistijd die zelden gedeclareerd mag worden. Het werk is lastig te combineren met een gezinsleven. De meeste auditors houden het dan ook niet lang vol.  Auditors zijn vaak jong, relatief onervaren, kampen met een enorme werkdruk en worden vaak door de bedrijven die ze controleren onder druk gezet om een positief auditresultaat te presenteren. Zo niet, dan vragen ze volgend jaar een ander bedrijf de audit te doen.

De gevolgen voor het niet halen van een audit zijn te groot en werken fraude in de hand. Het is voor veel leveranciers op dit moment (nog) niet mogelijk om aan alle eisen in een standaard te voldoen. Om te blijven leveren aan hun klant moeten ze een goed auditresultaat halen – want anders leveren ze er in het beste geval financieel op in. In het slechtste geval mogen ze niet meer aan hun klant leveren. Een veel te groot risico voor veel ondernemers. En dus geen gezonde motivatie om eerlijk met je klant (of met de auditor) te delen tegen welke problemen je aanloopt en waarom. Om een eerlijk plaatje lijkt het ook niet te gaan: zolang er maar een gunstig audit rapport ligt, vragen klanten maar zeer zelden door naar de details. 

Bij problemen rondom audits of het achterwege blijven van verbeteringen voor werknemers wordt er te vaak gekeken naar hoe audits verbeterd kunnen worden: een nieuwe standaard ontwikkelen, hardere eisen stellen, meer controle uitvoeren… Maar dan ben je alleen met een steeds mooiere soeplepel nog steeds aan het proberen om harde wortels in stukjes te snijden. Het is nog steeds het verkeerde instrument voor het halen van het beoogde doel. 

Wat dan wel? Mijn conclusie luidt: begin met het stellen van de juiste vragen. Wat wil een westers merk bereiken met het uitvoeren van social audits? 

+ Wil het de risico’s in de keten verminderen?

+ Wil het daadwerkelijk werkomstandigheden in de fabrieken bij leveranciers verbeteren?

+ Of wil het een hoge score op de transparantiebenchmark halen? 

De reden voor het handelen en voor de keuze in leveranciersmanagement is een belangrijke start. Het bepaalt wat een opdrachtgever feitelijk wilt bereiken. Een helder doel maakt het mogelijk een aanpak te ontwikkelen– samen met de leveranciers, de medewerkers, met andere experts – die kans van slagen heeft. 

Vervolgens is het ‘meten is weten’, net als bij alle andere projecten die een opdrachtgever uitvoert in toeleverende bedrijven. Controleer of het daadwerkelijk de resultaten biedt die je voor ogen hebt, en stuur zo nodig bij. Dat klinkt makkelijk, maar het vergt vernieuwing, een open blik en moed. Niet iedereen staat te springen om het anders dan anders te gaan doen.

En al die verschillende standaarden, al die expertise en al die kennis over ketenbeheer? De auditors moeten gaan nadenken over hun bestaansrecht. Willen ze echt positieve impact hebben met hun werkzaamheden, dan zullen ze het moeten aandurven om hun perfect ontworpen soeplepel terug in de besteklade te stoppen en op zoek te gaan naar passend bestek.

Een mes, bijvoorbeeld.

Tekst: Anne Manschot.

Anne Manschot is supply chain expert en duurzaamheidsadviseur bij Enact Sustainable Strategies BV. Ze is in 2018 Cum laude afgestudeerd  aan het Executive Program CSR aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar ze de effectiviteit van sociale audits heeft onderzocht. 

Downloads

Meer info download je hier:

Onderzoek van Anne Manschot naar social audits (764 kb)