Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Bob Wennekendonk voor zijn rijksmonument
Bob Wennekendonk voor zijn rijksmonument
03 juni 2024

Welstandscommissies eisen steenstrips tegen houten huis

Van alle mensen die al in een houten huis wonen, beveelt 86 procent het wonen in hout aan. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Lenteakkoord 2.0’ uit 2023. Toch eisen gemeentelijke welstandcommissies regelmatig dat er steenstrips tegen een houten woning worden aangebracht.

Algemene conclusie van het onderzoek is dat wonen (of werken)in een houten omgeving een positief effect op het welzijn van de bewoners heeft. ‘Het werkt stress- en bloeddrukverlagend, kalmerend, bevordert het herstel en vermindert de perceptie van pijn’, aldus het onderzoek. ‘Houtbouw zorgt ook voor een betere lucht en vochtcirculatie’.

Niet minder dan 96 procent van 1003 Australiërs vond in 2014 wonen in een houten huis ‘visueel aantrekkelijk’, ook vanwege de ‘natuurlijke uitstraling’. Het onderzoek Lenteakkoord bevestigt dit spectaculair hoge percentage: ook in Nederland geeft 93 van de onderzochte consumenten aan dat hout een ‘natuurlijke uitstraling’ heeft. Beton en staal scoren respectievelijk een povere 20 en 25 procent.

Deze cijfers staan in een kader over de vraag hoe het voelt om in een houten woning te wonen in de P+ Special over biobased bouwen. Ook de weblinks naar de onderzoeken zijn hierin terug te vinden./


Op de nominatie voor de Zaanse Schans

De ervaringen van oud-uitgever Bob Wennekendonk (1954) sluiten hierbij aan. Hij woont in een donkergroen houten huis in Zaandam, dat bovendien ook nog eens geregistreerd staat als Rijksmonument. Het bouwjaar van ‘Het huis met de haan’ is niet precies bekend, maar zal ergens tussen 1655 en 1685 liggen.

Wennekendonk weet wél zeker: “Begin zestiger jaren (van de vorige eeuw, red.) stond deze in kenmerkende Zaanse stijl gebouwde koopmanswoning op de nominatie om verplaatst te worden naar de Zaanse Schans, die in die periode in oprichting was. Dat ging niet door, want het huis was te groot en te gammel. In de negentiger jaren is het van een nieuwe fundering voorzien en volledig gerenoveerd.”

Hij en zijn vrouw Marietje hebben het er al tien jaar naar hun zin. Wennekendonk: “Wonen in een houten woning voelt heel prettig. Het afscheid nemen van ons houten zomerhuisje aan de kust viel veel minder zwaar, dankzij de geur en het klimaat die aan een houten huis kleven.”


"Het voelt mieters hier"

Goed onderhoud hoort er natuurlijk wel bij.“Het voelt mieters om op onze beurt ook weer te kunnen bijdragen aan het conserveren van cultureel erfgoed.” Wennekendonk heeft aan de onderhoudsplicht van zijn monument meer dan voldaan, zegt hij. Opsommend: ”Daar waar nodig reparaties van ramen en kozijnen uitgevoerd. Vervanging van bijzondere ornamenten zoals de ‘makelaar’ (de spitse witte dakversiering diesymbolisch de schakel vormt tussen hemel en aarde, red.). Laatst hebben we ook een warmtepomp laten installeren en in de keuken vloerverwarming aangebracht. We hebben eeuwenoude, 5 centimeter dikke keldertegels op die vloer gelegd, afkomstig uit een monumentaal Amsterdams grachtenpand.”

Ook deze inspanningen in het onderhoud sluiten aan op de resultaten van het Lenteakkoord- onderzoek - ook al maakt het
verschil of een houten huis al eeuwenoud is, of juist gloednieuw. De gevels van de huidige biobased gebouwen zijn gemaakt van gemodificeerd hout, dat weinig onderhoud nodig heeft en minder brandbaar is. Toch denkt 36 procent van de consumenten nog steeds dat een houten huis ‘veel onderhoud’ vergt.


Stenen strip op houten buitenwand

Opmerkelijk is dat gemeentelijke welstandcommissies zich niet altijd bewust zijn van de rijke historie van houtbouw in Nederland. Zo overkwam het een ‘zelfbouwer’ in Heemskerk dat de welstandscommissie stenen gevels eiste, daar waar het plan was een houtskeletwoning met houten gevels te realiseren. De gedreven zelfbouwer wist de commissieleden echter ‘om te praten’. Het verplichten van een ‘stenen strip’ op de houten buitenwand is ook in andere gemeente een knelpunt. Een oplossing zou kunnen zijn om gemeenten te stimuleren ruimtelijke programma’s van eisen met hout op te stellen waardoor welstandscommissies volledige houtbouw niet onmogelijk maken.